Archief van
Categorie: Blog

Hechting: autonomie en verbondenheid

Hechting: autonomie en verbondenheid

Wat is er aan de hand wanneer mensen hulp zoeken? Tegenwoordig denken we veel in termen van ziek zijn of een stoornis hebben. Of we voelen ons slachtoffer van anderen. Maar als je elke hulpvraag terug zou brengen naar een kern, dan kom op twee fundamentele begrippen namelijk een gebrek aan:

  • zelfzorg (autonomie)
  • zorg voor de ander (verbondenheid).

Ieder mens heeft namelijk twee basisbehoeften. De behoefte aan autonoom zijn en de behoefte aan verbinding met anderen. Dat kun je al zien bij kleine kinderen. Ze worden geboren in totale afhankelijkheid van hun moeder, maar al snel maken ze zich ook los en worden het hele “eigen” mensjes. Natuurlijk ook nog verbonden aan de moeder, maar ook strijdend voor hun eigen autonomie. En dat is goed. Kinderen moeten autonoom worden, terwijl ze ook verbonden blijven met de ander. Het één kan niet zonder het ander. Je kunt niet verbonden zijn aan anderen als er geen autonomie zou bestaan. En autonoom zijn zonder verbondenheid met anderen lukt ook niet.

Toch proberen veel mensen dat wel. Ze offeren een van beide basisbehoeften op. Sommige mensen proberen niet afhankelijk te zijn. “Ik heb niemand nodig!” Deze mensen vragen niet snel hulp, maar zijn wel vaak getrouwd met iemand die wel problemen ervaart en aanloopt tegen het afstandelijke “egoïstische” of “narcistische” gedrag van de partner.

Anderen offeren hun autonomie, hun behoefte aan zelfzorg op. Ze besteden hun leven aan het zorgen voor anderen, verwaarlozen zichzelf en laten veel over hun grenzen heen lopen. De pleasers. Deze mensen zoeken vaker hulp, maar vinden het enorm moeilijk deze manier van leven om te buigen. Veel christenen hebben ook nog eens het idee dat deze manier van leven (zorgen voor de ander en jezelf aan de kant zetten) heel bijbels is, en deels is daar veel voor te zeggen.  Toch komen ook zij nogal eens in de problemen als gevolg van een zekere verwaarlozing van hun autonomie. Want daar zit de crux, jezelf verwaarlozen is namelijk geen opdracht!

De uitdaging waar ieder mens voor staat is beide basisbehoeften in balans te krijgen en te houden. Verantwoordelijk zijn, en goed zorgen voor jezelf, maar ook oog houden en zorgdragen voor de mensen om je heen.

In feite zijn alle problemen die mensen ervaren terug te brengen tot deze twee begrippen. Herken jij het bij jezelf?  Wanneer jij voor jezelf  beide basisbehoeften op een weegschaal legt, welke kant zakt bij jou dan door? Dan vraagt de andere kant aandacht.

 

Auteur: Ferdinand Bijzet

Herinneringen

Herinneringen

Het is bekend dat twee personen uit hetzelfde gezin zich bepaalde gebeurtenissen totaal anders herinneren. Niet alleen de gevoelens verschillen, maar vooral de betekenis die wordt gegeven aan de ervaring. Herinneren is een ongelooflijk ingewikkeld proces. Het kunnen duiden en betekenis geven aan gebeurtenissen is een vermogen dat gedeeltelijk aangeboren is en gedeeltelijk aangeleerd. Dit aanleren gebeurt vooral door personen waaraan men gehecht is, maar ook de omgeving heeft daar veel invloed op.

Van sommige mensen krijg je de indruk dat zij niet om willen kijken naar wat geweest is, omdat zij vinden dat het leven verder moet gaan. Alsof deze twee bewegingen elkaar uitsluiten. Is het echt zo dat het verleden altijd een struikelblok voor het heden vormt? Of gaat het erom hoe
er terug gekeken wordt? Wie omkijkt met wroeging of spijt, kijkt anders om dan iemand die omkijkt in dankbaarheid. En hoe kan worden herinnerd juist om anders verder te kunnen gaan?

Herinneringen aan bepaalde opmerkingen, woorden die ons opbeurden of neerdrukten, handen die ons troosten of bedreigden; kunnen we vertellen over dat wat ons is overkomen? Wat leert verdriet en de dood ons  voor Het leven? Het is belangrijk om onze wortels te verkennen. Te kiezen wat we mee willen nemen en wat we los willen laten van de boodschappen die we hebben meegekregen. Herinneren geeft waardering, het is goed om door te vertellen wat anderen voor je hebben gedaan, wat de Heere voor je heeft gedaan. Een dierbaar persoon blijft in onze herinnering en gaat mee voor de rest van ons leven.
We kunnen mensen even goed van elkaar onderscheiden door de vorm die hun herinneringen aannemen als door hun karakter. Hoe ouder we worden hoe meer herinneringen we krijgen en er komt een moment waarop we beseffen dat het meeste zo niet alles wat we bezitten herinnering is. Ons geheugen speelt een centrale rol in hoe we ons leven beleven. Onze gevoelens van verdriet en blijdschap hangen niet eenvoudig af van wat er in ons leven gebeurt maar veel meer van de vraag hoe we ons deze gebeurtenissen herinneren. Mensen herinneren zich een zelfde gebeurtenis zeer verschillend doordat ieder een persoonlijke beleving totaal anders verwerkt. Hoe we gebeurtenissen integreren in ons leven hangt onder andere af van hoe we omgaan met herinneringen. Welke indrukken doen we op, hoe herinneren we ons deze en hoe kijken we daardoor naar de toekomst?
De meeste vormen van lijden hebben te maken met wat men zich herinnert. Deze herinneringen, die soms wonden hebben veroorzaakt, vragen om genezing. Ons geheugen is essentieel voor de wijze waarop we het leven ervaren.

In de hulpverlening wordt gevraagd naar de levensgeschiedenis. Dan gaat het niet alleen over welke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, maar vooral over hoe de herinneringen aan deze gebeurtenissen zijn. Welke betekenis eraan wordt gegeven. Het leren betekenis geven is een heel belangrijk proces dat afhangt van de manier waarop we naar onszelf en onze medemensen kijken. Van welk mensbeeld en Godsbeeld gaan we uit?

Momenten van herinneren kunnen momenten van genezing worden door hoe wij die herinnering bij elkaar uitnodigen en ontvangen. Door hoe we elkaar troosten en aanmoedigen om verder te gaan.

Hoe vinden wij nog vormen om te herdenken? Meerdere keren wordt er in de Bijbel opgeroepen om te herdenken. Speciale dagen, momenten, gebruiken om ergens bij stil te staan, helpen juist om sterker verder te gaan. Mooie herinneringen steunen en moedigen aan om uit te delen, om anderen deelgenoot te maken.

Verdriet en troost raken met elkaar verweven. Je krijgt het verdriet niet altijd uit je geheugen maar als het samenvalt met troost en steun is het beter te dragen. Moeilijke herinneringen moedigen aan om steun te zoeken bij de Heere en bij elkaar en om het anders te doen, om herhaling te voorkomen.
Herinneren, onder ogen zien, kan dankbaarheid geven en een dieper besef van wat van waarde is.
Om vooruit te rijden heb je achteruitkijkspiegels nodig. Om te weten waar je heengaat, moet je weten waar je vandaan komt.

‘Waar tradities verschraald zijn, is het de uitdaging om nieuwe vormen te vinden om te herinneren’ (Nouwen, 1997). ‘Centraal in de hele traditie van de Bijbel staat dat Gods liefde voor Zijn volk niet mag worden vergeten. Zij moet ons bijblijven in het heden. Als alles donker wordt, wanneer we door wanhopige stemmen omgeven zijn, kunnen we redding vinden in een liefde die we ons herinneren, een liefde die niet maar een droeve nagedachtenis aan een voorbij verleden is, maar een levende kracht die ons ondersteunt in het heden. Door te gedenken gaat de liefde de grenzen van de tijd te boven en geeft ze ons hoop voor elk moment van ons leven. ‘

Auteur: Lies Nijman

Middelijk

Middelijk

In alle toonaarden hebben onze Dordtse vaderen benadrukt, dat God Zich ontfermt over wie Hij wil (Rom. 9:18). En dat het altijd waar blijft: ’Of is het Mij niet geoorloofd te doen met het Mijne, wat Ik wil?’(Mat 20:15). Opmerkelijk is, dat hoezeer het vrijmachtige van Gods genade in Christus Jezus ook beleden is, dat men op geen enkele manier eenzijdig geworden is. Dat blijkt hoezeer dat ze na het soevereine van Gods genade onderwezen te hebben  dan evenzeer onbevangen voorhouden, dat de Heere Zijn genade middellijk werkt (3/4,17) en sterkt (5,14). Voor dat eerste graag even uw aandacht: hoe wordt deze genade nu gewerkt? In eigen woorden wat samengevat, opdat u dit kernartikel van onze belijdenis zelf zult lezen en dat het uw leven zal stempelen.

De Heere wil in ons dagelijks leven levensmiddelen en geneesmiddelen gebruiken in Zijn wijsheid en goedheid. Niemand van ons is zo dwaas om die te verwaarlozen, opdat alles toch al lang vast ligt bij de Heere, hoe lang ik zal leven en of ik gezond zal zijn, enz. We gebruiken biddend de middelen die de Heere geeft.

Nu, zoals het gaat in het ‘natuurlijke’ zo  gaat het ook met ‘bovennatuurlijke werking’ van Gods Geest in de wedergeboorte. De apostelen en allen die daarna onderwijzen in Gods kerk hebben enerzijds het heldere genadekarakter benadrukt. Want niets, echt niets dient meer tot de eer van God en tot verootmoediging van de mens. Maar anderzijds hebben ze het middel van de ‘vermaningen’ niet nagelaten. Vermaningen betekent heir in het oude Nederlands de onderwijzing vanuit de Schriften, niet alleen waarschuwend maar ook lokkend. Daarom moeten allen die onderwijs geven en allen die onderwijs ontvangen in de gemeente het niet wagen om genade en middel van elkaar te scheiden. Want het is Gods welbehagen om die bij elkaar te houden. Het is zelfs God verzoeken wanneer we dat wel doen. Want door middel van de onderwijzingen uit de Schrift wilde Heere Zijn genade werken. Daarbij wordt zelfs toegezegd dat hoe nauwgezetter we het middel van de onderwijzing gebruiken, des meer wil de Heere daarin mee komen en Zijn genadewerk verheerlijken. Het woord ‘ambt’ betekent hier verantwoordelijkheid of plicht. Dus nauwgezethied inde weg der middelen wil de Heere zegene. Maar losheid en halfheid komt de Heere niet mee. Dus de les: waag het niet om genade en middel van elkaar los te maken. Dat is God verzoeken! Dat is hetzelfde alsof je je been gebroken hebt en je gaat niet naar de gips-poli. Vervolgens wordt dit artikel en het hele hoofdstuk 3\4 besloten met een lofzang op de God die de middelen geeft en de genade werkt. Voor het gebruik van dit middel zijn we dus geheel verantwoordelijk. Genoeg om te overdenken, voor ons eigen hart, maar ook de praktijk in ons dagelijks leven: welke plaats heeft de ambtelijke onderwijzing vanuit het Woord en het Woord.

Ds. G.J. van Aalst

Zorgen voor mijzelf en de ander

Zorgen voor mijzelf en de ander

Mijn tuin; zorgen voor mijzelf en de ander

Dit is mijn tuin. Hier staan wat bloemen, ik heb een stukje gras. Een paar boompjes, en een heg. Om mijn tuin staat een hek, dat ik van binnen op slot kan doen. Ik heb een ligstoel om lekker op te luieren. Dit is mijn tuin en ik mag doen in mijn tuin wat ik wil. Maar, ik mag niet mijn lege blikjes vanuit mijn ligstoel over de heg naar de buren gooien. Ik mag ook mijn muziek niet te hard zetten en ik kan niet een te hoge boom neer zetten anders zitten de buren ook meteen in de schaduw. Ik mag doen in mijn tuin wat ik wil, maar ik moet wel rekening houden met mijn buren.

Als ik eens over de heg kijk naar de tuin van de buurman, en ik zie dat zijn bloemen er veel mooier bij zouden kunnen staan, kan ik niet op hem afstappen en zeggen dat ik zijn tuin wel even zal doen. Dat doe ik niet. Maar als die buurman ziet dat mijn bloemen er mooi bij staan, kan hij wel vragen of ik hem wil helpen zijn bloemen net zo mooi te krijgen. En dan kan ik ja zeggen. Maar als ik dan eenmaal in zijn tuin ben, hoef ik niet door te gaan met de heg en meteen het gras te maaien. Daar hebben we het niet over gehad.

Er zijn ook mensen die ongevraagd mijn tuin binnen kunnen komen, omdat ik het hekje niet vaak op slot heb. Eigenlijk nooit. Soms kan het nog gezellig zijn om mensen in mijn tuin te hebben, al dan niet ongevraagd. Maar sommigen komen binnen en vertrappen de hele boel. Ze lopen niet op mijn tuinpad maar dwars door mijn mooie rozen. Wat doe ik dan? Ik kijk ernaar en zeg er niets van. Ik hoop dat ze, zonder dat ik iets zeg, beseffen dat ze mijn rozen plattrappen en vanzelf weggaan. Maar dat doen ze natuurlijk niet. Mijn mooie tuin wordt zo langzaam aan een chaos. Gelukkig zijn er dan wel mensen die mij helpen deze platgetrapte bloemen weg te halen en nieuwe neer te zetten maar dit helpt niet altijd. Want het hek zit niet op slot en iedereen kan zo weer binnen lopen.

Andersom ben ik graag in iemands anders tuin bezig. Onkruid trekken, bloemen snoeien, gras maaien, de heg knippen, niets is te gek. Waardoor ik soms wel eens de chaos in mijn eigen tuin vergeet. Dan kom ik thuis en staat het onkruid ineens wel erg hoog. Maar, eigenlijk vind ik het dan moeilijk om die chaos aan te pakken en ga toch liever weer in iemands anders tuin aan het werk. Totdat die tuin netjes is. En dan? Dan moet ik weer aan de slag in mijn eigen tuin. Waar het onkruid inmiddels nog hoger staat.

Dus moet ik mezelf opsluiten in mijn eigen tuin, eventueel met mensen die ik uitnodig om bij mij mijn tuin weer netjes te maken. Samen met hen zorg ik dat mijn tuin weer zo netjes wordt als hij eerst was. Om mijn tuin dan netjes te houden, zet ik een hoger hek. Met een goed slot. Dit keer gaat mijn hek wel op slot, wanneer ik dat wil. Ook komt er niemand meer ongevraagd mijn tuin binnen. Alleen mensen die ik uitnodig, mogen over mijn tuinpad lopen en mijn mooie bloemen bewonderen. Natuurlijk kunnen we ook gezellig picknicken op een kleedje op mijn grasveld maar alleen wanneer ik dat wil.

En de mensen die mijn bloemen altijd plattrapten? Zij komen er niet meer in. En mochten ze binnenkomen wanneer mijn hek openstaat, zet ik hen er weer uit. Mijn bloemen staan nu mooi en dat blijft zo. In mijn tuin doe ik wat ik wil, en in mijn tuin komen de mensen die ik uitnodig. En wie ongevraagd binnenkomt, kan meteen rechtsomkeert maken. En het hek gaat achter hen op slot.

P. Geschreven tijdens de therapie, bekend bij Praktijk den Uijl.

Partners